Wat is de relatie tussen CSRD en CO₂-Prestatieladder 4.0?
Duurzaamheid is anno 2024 niet meer weg te denken uit ondernemingen of organisaties. Waar sommige maatregelen eerst nog innovatief waren, zijn deze inmiddels ingeburgerd. De markt en de wetgeving reageren hierop met nieuwe ideeën en concepten. Zo introduceerde de Europese Commissie in 2024 de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), een richtlijn die bedrijven verplicht te rapporteren over hun impact op mens en milieu. Begin 2025 kwam er een nieuwe versie van de CO₂-Prestatieladder, versie 4.0.
Wat betekenen deze ontwikkelingen voor uw onderneming? In hoeverre sluiten de CSRD en CO2-Prestatieladder op elkaar aan? In hoeverre sturen CSRD en CO₂-Prestatieladder 4.0 echt op duurzaamheid? In dit artikel geven we antwoord op de meest gestelde vragen over dit thema.
CSRD in het kort
CSRD is EU-wetgeving en vraagt van organisaties om te rapporteren over de thema’s milieu (environment), sociaal (social) en bestuur (governance) in een publiekelijk beschikbaar duurzaamheidsverslag. Hoe hebben deze duurzaamheidsfactoren (milieu, sociaal, bestuur) invloed op de organisatie en welke impact heeft de organisatie op de omgeving? Uit het verslag moeten stakeholders en andere geïnteresseerden kunnen opmaken hoe duurzaam de organisatie is. CSRD komt voort uit de Green Deal, een reeks beleidsinitiatieven die ervoor moeten zorgen dat de EU in 2050 klimaatneutraal is.
Voor wie geldt CSRD
CSRD geldt voor grote bedrijven in de EU. Onder ‘groot’ vallen nu nog bedrijven met ten minste 250 werknemers en een netto-omzet van meer dan €40 miljoen of balanstotaal van meer dan €20 miljoen.
Minder bedrijven CSRD-plichtig door omnibusvoorstel
In februari 2025 publiceerde de Europese Commissie het omnibusvoorstel. Het doel is om een aantal klimaatrichtlijnen te vereenvoudigen, waardoor de administratieve rompslomp voor ondernemingen vermindert. Dit zou dan ten goede moeten komen aan het ondernemingsklimaat en concurrentievermogen tussen ondernemingen binnen de EU. Het voorstel ligt ter goedkeuring bij de Europese Raad en het Europees Parlement.
Een van de voorstellen is om CSRD nog slechts te verplichten voor bedrijven met ten minste 1000 werknemers en een omzet van ten minste €50 miljoen of een balanstotaal van ten minste €25 miljoen. De wijziging zou betekenen dat voor zo’n 80 procent van de bedrijven de CSRD-verplichting komt te vervallen. Voor bedrijven die buiten de CSRD-plicht vallen heeft de EU vrijwillige standaarden gepubliceerd, de VSME genaamd.
Omnibusvoorstel schuift ingangsdatum CSRD voor veel bedrijven op
Een andere wijziging vanuit het omnibusvoorstel is het opschuiven van de ingangsdatum van de rapportageverplichting voor bedrijven die vallen binnen Wave 2 (grote niet-beursgenoteerde bedrijven) en 3 (beursgenoteerde KMO). Deze twee groepen moeten pas in respectievelijk 2028 en 2029 een CSRD-verslag uit te brengen over het voorgaande boekjaar. De enige groep voor wie het uitstel niet geldt, zijn bedrijven die in 2025 al moeten rapporteren over boekjaar 2024 (Wave 1).
Aan welke eisen moet het CSRD-duurzaamheidsverslag voldoen?
De regels waaraan het CSRD-duurzaamheidsverslag moet voldoen, staan beschreven in de zogenaamde ESRS: European Sustainability Reporting Standards. De eerste set van twaalf ESRS is al gepubliceerd. Deze ESRS zijn van toepassing op alle CSRD-plichtige bedrijven (ze heten ook wel ‘sectoragnostische’ ESRS). Daarnaast zouden er nog ESRS komen die voor specifieke sectoren zullen gelden.
ESRS mogelijk ook gewijzigd door omnibusvoorstel
In het omnibusvoorstel heeft de Europese Commissie aangegeven de eerste set ESRS te willen herzien. De Commissie wil onder meer het aantal verplichte datapunten waarover bedrijven moeten rapporteren verminderen. Ook stelt de Commissie voor geen sectorspecifieke rapportagestandaarden meer te ontwikkelen.
Wat is de relatie tussen de CO₂-Prestatieladder 4.0 en CSRD?
Door te voldoen aan de eisen van CO₂-Prestatieladder versie 4.0, dekt een organisatie een deel van de ESRS-set af, namelijk ESRS E1, klimaatverandering (zie afbeelding). Dit geldt ook voor de VSME. ESRS E1 vereist dat organisaties hun impact op klimaatverandering openbaar maken. Dit omvat de positieve en negatieve gevolgen van hun bedrijfsactiviteiten – van energieverbruik tot de inkoop van materialen.
Tijdens de ontwikkeling van CO₂-Prestatieladder 4.0 is rekening gehouden met CSRD. CO₂-Prestatieladder 4.0 hanteert daardoor zoveel mogelijk dezelfde randvoorwaarden als CSRD. Zo kan de footprint die de organisatie maakt aan de hand van de eisen van de CO₂-Prestatieladder een-op-een gebruikt worden voor de CSRD-rapportage. Dezelfde scope-indeling wordt immers gebruikt, alle broeikasgassen (dus niet alleen CO₂) worden meegenomen en het toegestaan is om tank-to-wheel-emissies apart te rapporteren. Natuurlijk is het dan wel belangrijk dat de organisatie voor beide dezelfde organisatorische grenzen aanhoudt.
Figuur 1: De eerste set 12 sectoragnostische ESRS. De CO₂-Prestatieladder dekt de impact van de organisatie op de omgeving van ‘E1 Klimaatverandering’ af.
Maar: de CO₂-Prestatieladder richt zich alleen op de impact van de organisatie op het klimaat, waar de CSRD ook wil weten wat de impact van het klimaat op de organisatie is. Om volledig aan E1 te voldoen moet een organisatie aan dat tweede deel dus nog zelf invulling geven. De tweeledige impactmeting van CSRD wordt ook wel ‘dubbele materialiteit’ genoemd. De CO₂-Prestatieladder meet zodoende ‘enkelvoudige materialiteit’.
Praktische invulling aan eisen
Hoewel de ESRS een nadere uitwerking is van de CSRD-eisen, is het daarmee nog geen hulpmiddel. In ESRS ‘E1 Klimaat’ staat bijvoorbeeld dát een organisatie haar CO₂-uitstoot in kaart moet brengen, een energiebalans moet opstellen, moet rapporteren over de hoeveelheid energie per euro omzet en een klimaattransitieplan moet maken. Hóe de organisatie dit kan aanpakken en aan de benodigde, juiste data komt, moet de organisatie zelf invullen. De CO₂-Prestatieladder geeft deze praktische invulling wel.
De CO₂-Prestatieladder doet dat niet eenmalig: doordat met de CO₂-Prestatieladder een CO₂-managementsysteem wordt geïmplementeerd, kan de organisatie hier steeds opnieuw op terugvallen als onderbouwing van het jaarlijkse CSRD-duurzaamheidsverslag.
CO₂-Prestatieladder 4.0 ambitieuzer dan CSRD
De eisen van de CO₂-Prestatieladder 4.0 gaan verder of zijn gedetailleerder dan de eisen van CSRD. Zo beschouwt de CO₂-Prestatieladder 4.0 groene stroom enkel echt groen als de productie en het gebruik ervan in hetzelfde land plaatsvinden. Dit hoeft voor CSRD niet. Ook moeten organisaties die de hogere niveaus van CO₂-Prestatieladder 4.0 willen beklimmen zorgen voor kortetermijndoelen, uitgewerkt in een plan van aanpak met concrete maatregelen. Deze komen bovenop de middellange en langetermijndoelen die zowel de Ladder als CSRD vragen.
De CO₂-Prestatieladder verwacht verder dat de organisatie concrete stappen zet om CO₂-bewustzijn bij de medewerkers te vergroten, intern en extern te communiceren, samen te werken met keten- en sectorpartners en te zorgen voor innovatie. Dergelijke stappen hoeft een organisatie niet te zetten voor de CSRD-rapportage.
CSRD rapporteert, Ladder 4.0 stuurt
Dat de CO₂-Prestatieladder verder gaat dan de CSRD, komt simpelweg door de aard van de instrumenten: het verslag van CSRD maakt transparant wat de impact van de organisatie is, maar wie CO₂-Prestatieladder 4.0 implementeert, zet in op steeds minder klimaatimpact van de eigen activiteiten. Ladderorganisaties passen steeds de ‘plan do check act-cyclus’ toe, en blijven zichzelf dus verbeteren.
In het verlengde hiervan: de inspanningen die een organisatie doet voor de CO₂-Prestatieladder 4.0 moeten daadwerkelijk zorgen voor minder impact op het klimaat. Hoewel we ervan uit mogen gaan dat dit ook de bedoeling is van CSRD, hoeven de inspanningen ten dienste van het CSRD-verslag technisch gezien niet te leiden tot CO₂-reductie. De accountant die de CSRD-duurzaamheidsrapportage controleert, ziet er namelijk alleen op toe dat alle data in het jaarverslag kloppen. Over de vraag of de maatregelen ook effectief bijdragen aan minder CO₂-uitstoot, doet de accountant geen uitspraak. De auditor voor de CO₂-Prestatieladder doet dit wel. Ook test deze de effectiviteit van de Ladder door met medewerkers te praten, projectlocaties te bezoeken en het gekozen ambitieniveau te bevragen.
Hoewel de inspanningen voor CO₂-Prestatieladder 4.0 verder gaan dan wat noodzakelijk is voor de CSRD-rapportage, doet dit niets af aan de bruikbaarheid ervan als basis voor E1 van de CSRD-rapportage. De kwaliteit van de data zal wel gedetailleerder zijn en het resultaat van de verder gaande inspanningen zullen ook in het rapport zichtbaar zijn.
Gunningvoordeel
Dan is er nog het gunningvoordeel. Aanbesteders geven fictieve korting op de inschrijvingsprijs aan organisaties die de ambitie hebben een CO₂-Prestatieladdercertificaat te behalen (of dat al hebben). En dat zal niet zo snel veranderen zodra CSRD ingaat. Er is geen reden om aan te nemen dat aanbesteders niet meer van het gunningsinstrument gebruik zullen maken met de invoering van CSRD, omdat een groot deel van de organisaties dat zich inschrijft voor een opdracht, niet CSRD-plichtig is. Opdrachtgevers die willen samenwerken met duurzame leveranciers, hebben dus nog steeds een middel nodig. Als de ambitie van de opdrachtgever inzake duurzaamheid verder gaat dan de rapportage van CSRD, geldt dat ook voor overheidsopdrachten waarop grote, CSRD-plichtige bedrijven inschrijven.
CSRD én CO₂-Prestatieladder 4.0?
Organisaties die willen weten of CO₂-Prestatieladder 4.0 voor hen een geschikt middel is, moeten zich vooral afvragen of zij veel duurzaamheidswinst kunnen maken op het gebied van klimaatverandering (E1 van CSRD). Als er op een ander thema veel meer behaald kan worden – zeg de impact op lokale gemeenschappen in een productieproces (S3) – is een ander managementsysteem dan CO₂-Prestatieladder 4.0 misschien nuttiger. Maar organisaties die een middel zoeken om invulling te geven aan E1, daar jaarlijks op willen kunnen voortborduren, organisaties die ambitieus zijn in het effectief besparen van CO₂ en organisaties die gunningvoordeel willen behalen bij overheidsopdrachten, zijn waarschijnlijk gebaat bij een certificaat voor CO₂-Prestatieladder 4.0.
Op 14 januari 2025 is de nieuwe versie van de CO2-Prestatieladder gepubliceerd: handboek 4.0. Met een overgangsregeling willen we de transitie van versie 3.1 naar versie 4.0 zo soepel mogelijk laten verlopen. Organisaties en aanbestedende diensten krijgen drie jaar de tijd om volledig te zijn overgestapt naar versie 4.0. Hoe…
Utrecht, 14 januari 2025 – Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) introduceert vandaag versie 4.0 van de CO₂-Prestatieladder, het toonaangevende duurzaamheidsinstrument voor bedrijven en overheden die actief werk maken van CO₂-reductie. De vernieuwde versie biedt een aangescherpte aanpak, gericht op het ondersteunen van organisaties bij het behalen van ambitieuze klimaatdoelen…
Beheer toestemming
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.